Beschrijving
Het conflictenrecht bepaalt welk recht van toepassing is op een internationale rechtsverhouding. Voor arbeidsovereenkomsten geldt dat partijen in beginsel zelf het recht mogen aanwijzen dat hun overeenkomst beheerst. Deze vrijheid is in Europees verband vastgelegd in de Rome I-Verordening.
De rechtskeuze van partijen is echter niet onbegrensd. Werknemers mogen door een rechtskeuze niet de bescherming verliezen die hen wordt geboden door de dwingendrechtelijke regels van het land dat zonder die rechtskeuze van toepassing zou zijn geweest. Ook zijn bepaalde regels ‘keuzebestendig’ omdat ze – ongeacht het toepasselijke recht – zelfstandig en autonoom gelding moeten kunnen pretenderen: de voorrangsregels. Onduidelijk is of deze voorrangsregels mogen worden ingezet om werknemers te beschermen. In dit boek onderzoekt mr. Maaike Hilhorst of bepalingen die werknemers beogen te beschermen als voorrangsregels zouden moeten worden aangemerkt.
Daartoe brengt zij de werknemersbescherming in het conflictenrecht in kaart, met aandacht voor het EVO en de Rome I-Verordening. Vervolgens komen, aan de hand van artikel 9 Rome I-Verordening en arresten van het Hof van Justitie, de definitie en interpretatie van voorrangsregels in het conflictenrecht aan bod, evenals de verhouding met werknemersbeschermende bepalingen. Daarna bespreekt zij de werknemersbescherming in het Unierecht en de gevolgen van deze bescherming voor de voorrangsregels in het conflictenrecht, en maakt zij een rechtsvergelijkende analyse van hoe EU-lidstaten het leerstuk van de voorrangsregels toepassen. Tot slot zet zij het Bündelungsmodell als theoretisch kader uiteen.