In dubio pro valetudine

30.00

Het voorzorgsbeginsel en de aansprakelijkheid voor de Q-koortsepidemie

Artikelnummer: 978-90-8863-303-4 Categorieën: , Tags: , ,

Beschrijving

Tussen 2007 en 2011 werd Nederland getroffen door de Q-koortsepidemie, met een groot aantal (dodelijke) slachtoffers tot gevolg. Gedurende deze epidemie heeft de overheid zich mede door het voorzorgsbeginsel laten leiden bij het nemen van maatregelen en bij de voorlichting van het algemene publiek.
Dit voorzorgsbeginsel wordt vaak gezien als ‘vaag’. In dit boek onderzoekt de auteur of het voorzorgsbeginsel in het aansprakelijkheidsrecht kan worden toegepast op de overheid, en of deze op grond daarvan aansprakelijk kan worden gesteld voor de als gevolg van de Q-koortsepidemie geleden schade. Want de menselijke gezondheid dient voorop te staan: in dubio pro valetudine.
Auteur Daphne Mols beschrijft de ontstaansgeschiedenis, de ontwikkeling en de kernelementen van het voorzorgsbeginsel en beoordeelt of dit in het Nederlandse recht, in het bijzonder de Q-koorts-zaak, juist wordt toegepast. Vervolgens concretiseert zij het aansprakelijkheidsrechtelijke voorzorgsbeginsel en weegt de voor- en tegenargumenten voor de toepassing, de gezichtspunten en criteria tegen elkaar af. Daarna behandelt zij de toepassing van het aansprakelijkheidsrechtelijke voorzorgsbeginsel op de overheid, en gaat in op de beleids- en beoordelingsvrijheid en de band tussen voorzorg en wetenschap. De auteur concludeert dat de overheid gedurende de Q-koortsepidemie in strijd met het voorzorgsbeginsel heeft gehandeld. In die zin is dit boek ook relevant voor de juridische evaluatie van de coronapandemie.

Extra informatie

Auteur

ISBN

Aantal pagina's

Jaar van uitgave

2021