De geldigheid van het concurrentiebeding

25.00

Het criterium ‘zwaarwegend belang’ bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Artikelnummer: 978-90-8863-158-0 Categorie:

Beschrijving

Sinds de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (WWZ) is het opnemen van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel verboden (art. 7:653 BW). Hierop is onder bepaalde voorwaarden een uitzondering mogelijk. Een werkgever mag een concurrentiebeding opnemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als hij gemotiveerd aangeeft dat een ‘zwaarwegend bedrijfs- en dienstbelang’ dit noodzakelijk maakt.
In dit boek gaat mr. drs. Gerlinde Nijhoff in op de vraag hoe het criterium ‘zwaarwegend bedrijfs- en dienstbelang’ moet worden geïnterpreteerd en ingevuld. Daartoe beschrijft zij de relevante ontwikkelingen op het gebied van de WWZ en de overwegingen die ertoe hebben geleid dat bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd sprake moet zijn van een ‘zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang’ voor de geldigheid van een concurrentiebeding. Ook vergelijkt de auteur het concurrentiebeding met andere arbeidsrechtelijke leerstukken, zoals goed werkgeverschap (art. 7:611 BW), de eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst (art. 7:613 BW) en met de Wet aanpassing arbeidsduur.
Verder beschrijft en analyseert de auteur de gevolgen van de introductie van het criterium voor de geldigheid van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarbij zij ingaat op de vraag hoe in de praktijk een werkbare invulling kan worden gegeven aan de verplichte motivering van het zwaarwegend belang.

Extra informatie

Auteur

ISBN

Aantal pagina's

Jaar van uitgave

2015