Beschrijving
De strafrechtspleging wordt regelmatig geconfronteerd met verdachten die aan een psychische stoornis lijden. Daar wordt rekening mee gehouden bij de beslissing over de strafbaarheid (toerekeningsvatbaarheid) en bij de sanctionering (TBS-maatregel of plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis). Voor de procesonbekwaamheid van de psychisch gestoorde verdachte is veel minder aandacht: is hij wel in staat om terecht te staan? Hierbij is aan de orde of een verdachte de strekking van de vervolging kan begrijpen (art. 16 Sv) en of hij zich adequaat kan verdedigen (art. 509a-e Sv).
In dit boek behandelt mr. Wendy Geurts de vraag of Nederlandse regeling van procesonbekwaamheid waarborgt dat er sprake is van een eerlijk proces (in de zin van art. 6 EVRM) als het de verdachte op grond van zijn stoornis aan rationele mogelijkheden ontbreekt om zijn proces mede te sturen en te beïnvloeden. Is het in het belang van een ernstig psychisch gestoorde verdachte om hem niet terecht te laten staan omdat zij zich niet adequaat kan verdedigen, of moet zijn recht om terecht te staan prevaleren? Welke mogelijkheden zijn er om een psychisch gestoorde verdachte een eerlijk proces te geven? De auteur besluit deze studie met aanbevelingen voor de wetgever, de rechtspraak en de strafrechtsadvocatuur.
