De spoedvoorziening van artikel 223 Rv

29.50

Over een onbekende voorlopige voorziening in verhouding tot het bekende kort geding

Artikelnummer: 978-90-8863-164-1 Categorieën: ,

Beschrijving

Omdat partijen in spoedeisende situaties vaak niet jarenlang op een rechterlijk oordeel kunnen wachten, voorziet de wet in de mogelijkheid van een voorlopige voorziening. Dat kan via het populaire kort geding.
Een veel minder bekend alternatief voor het kort geding is de voorlopige voorziening die de rechter kan treffen voor de duur van het geding op grond van artikel 223 Rv. Beide partijen kunnen deze 223-voorziening tijdens een aanhangig geding vorderen, onder voorwaarde dat de voorziening samenhangt met de hoofdzaak. De voorziening heeft nooit echt de aandacht van de praktijk getrokken. In dit boek beantwoordt mr. Renske de Groot de vraag of de 223-voorziening een goed alternatief vormt voor het kort geding, en of deze voorziening eventueel moet worden aangepast om de voorziening interessanter te maken voor de civiele procespraktijk.
Achtereenvolgens behandelt zij de historische ontwikkeling van de voorlopige voorzieningen, een aantal internationaalrechtelijke regelingen waarin bepalingen omtrent voorlopige voorzieningen zijn opgenomen en het juridische kader van de 223-voorziening. Hierin komen de voorwaarden en beperkingen aan de orde die uit de wet en rechtspraak voortvloeien voor het verkrijgen van een 223-voorziening, en de rechtsmiddelen die openstaan tegen een 223-voorziening. Verder gaat de auteur uitgebreid in op het relevante Chipshol-arrest (2010). Tot slot vergelijkt de auteur het kort geding met de 223-voorziening, en adviseert welke voorziening het meest geschikt is.

Extra informatie

Auteur

ISBN

Aantal pagina's

Jaar van uitgave

2015