De billijkheid van de proceskostenregel

27.50

Proceskostenveroordeling en proceskostenvergoeding in gemene en intellectuele eigendomszaken

Artikelnummer: 978-90-8863-068-2 Categorie:

Beschrijving

De ene proceskostenvergoeding is de andere niet. Bij een vermeende inbreuk op intellectuele eigendomsrechten (artikel 1019 e.v. Rv) bestaat de mogelijkheid om als in het gelijk gestelde partij een volledige proceskostenvergoeding toegewezen te krijgen (artikel 1019h Rv). Zijn geen intellectuele eigendomsrechten onderwerp van geschil, dan krijgt een in het gelijk gestelde partij slechts een deel van de proceskosten vergoed (het liquidatietarief, artikel 237 Rv). Vanwaar dit opmerkelijke onderscheid?
In dit boek analyseert mr. Marleen Marijs waarom er een aparte, ruimere regeling voor de proceskostenvergoeding in intellectuele eigendomszaken bestaat en wat deze status aparte rechtvaardigt. Zij onderzoekt de ontstaansgeschiedenis, de grondslag en de uitvoering van de artikelen 1019h Rv en 237 e.v. Rv. Verder bespreekt zij in welke gevallen de ruimere proceskostenvergoeding ex artikel 1019h Rv van toepassing is. Ook wordt aandacht besteed aan de kosten die in beide proceskostenregelingen worden vergoed. Het boek gaat uitgebreid in op de literatuur en de praktijk (jurisprudentie) rond deze proceskostenvergoedingen en is daarmee een waardevol hulpmiddel voor procederende partijen die zoveel mogelijk proceskosten vergoed willen zien.

Extra informatie

Auteur

ISBN

Aantal pagina's

Jaar van uitgave

2010