Beschrijving
Met de opheffing van het bordeelverbod in 2000 beoogde de Nederlandse overheid een betere beheersing en regulering van prostitutie, de bestrijding van onvrijwillige prostitutie, de bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik en het versterken van de positie van prostituees. Ondanks dit ‘decriminaliseringsbeleid’ blijft mensenhandel in deze sector een groot probleem. Zou een strategie van criminalisering beter hebben gewerkt, zoals in Zweden? Volgens het ‘Zweedse model’ is het niet verboden om als prostituee te werken, maar zijn de klanten van prostituees op grond van de ‘sekskoopwet’ wel strafbaar.
In deze studie vergelijkt mr. Paulien Wilthagen de wetgeving en het beleid tussen Nederland en Zweden op het gebied van prostitutie en mensenhandel, zoals de vergunningplicht. Ze gaat in op de effecten van de Nederlandse en Zweedse aanpak van mensenhandel in de prostitutiesector, en geeft aan welke inzichten van belang zijn voor besluitvorming en maatregelen om mensenhandel in de Nederlandse prostitutiesector verder te bestrijden.